Artikel verschenen in de decemberuitgave van het blad van de Amateur Tuinders Vereniging Castricum ATVC
Het was oktober 2010 en ik hoefde ik niet naar m’n werk bij de bank. Het was de start van een nieuwe carrière. Het moest anders – duurzamer. Een paar maanden eerder werd ik door een vriend geattendeerd op het bestaan van Transition Towns. Ik las er wat over en wilde er meer van weten. En in de weken erna kwam ik via Internet en de bibliotheek veel te weten over zaken als Piekolie, klimaatverandering en het gevaar van nieuwe economische crisissen (waar we nu helaas al middenin zitten). Tegelijk raakte ik vervreemd van de dagelijkse hectiek op de bank. Ik zag dat dit niet meer ging zo en heb mijn contract opgezegd.
Toen werd de vraag: “Wat dan?” Enerzijds moest er gezocht worden naar ander werk (nee, ik behoorde niet tot de hele kleine groep bankiers die de dikke bonussen krijgt). Anderzijds begon de zoektocht naar een duurzamere levensstijl met ons gezin. De belangrijkste factoren zijn daarbij wonen, mobiliteit en … voedsel. Lokaal, milieuvriendelijk en gezond voedsel. En zo komt een ex-bankier in een moestuin.
In januari van dit jaar startte ik voor het eerst in mijn leven – met groot enthousiasme – met het omspitten van 100 vierkante meter tuin op het complex De Bloemen. Na éénderde van de tuin te hebben omgespit bleek dat een schop toch iets anders is dan een computermuis. Nog enige weken heb ik rondgelopen met een paar pijnlijke pezen in de rechterarm. Maar de positieve impact was veel groter. Zeker met het prachtige weer in het vroege voorjaar dit jaar. De tuin die ik de afgelopen 17 jaar vooral had bezocht, was de kantoor-tuin. Ik heb geen seconde spijt gekregen dat ik nu vaker buiten ben, met mijn handen in de aarde en de wind in mijn haar.
Graag wilde ik kiezen voor een gedegen, risicomijdende, aanpak. Dat is helemaal niet simpel, want de natuur bleek zich lastig te laten aansturen. Het begon al bij de selectie van de zaden, uiteraard moesten die biologisch zijn. Maar wat kies je dan? Ik had eigenlijk geen idee hoeveel er op 100 vierkante meter te zaaien valt. Met zo’n 40 verschillende soorten bleek ik achteraf aan de royale kant te zitten. En dat is een understatement…
De volgende uitdaging in mijn nieuwe bestaan als moestuinier betrof het zaaiplan. Gelukkig was er een startersochtend georganiseerd door de vereniging. Hiervan heb ik dankbaar gebruik gemaakt en de vele tips hebben zonder twijfel een positieve bijdrage geleverd aan de eetbare opbrengst dit jaar.
En wat voor een jaar was het ook… Klimaatwetenschappers waarschuwen dat we in een opwarmende trend zitten, waarbij lokaal zeer extreme weersvormen kunnen voorkomen. Dit jaar betrof het in ieder geval een extreem droog voorjaar, een van de natste en koelste zomers en nu weer recordtemperaturen in november. Hoewel er nog een handje vol wetenschappers rondloopt dat beweert dat we ons geen zorgen hoeven te maken, wil ik toch liever snel aan de slag met echte oplossingen. Dat willen we met het inmiddels opgerichte Transition Town Castricum vormgeven door meer lokale veerkracht op te bouwen en mensen in ons dorp te inspireren om mee te doen. Lokaal voedsel is daarbij van belang. En op dat gebied kan ik nog veel leren.
De oogst viel tot nu toe soms mee, soms tegen. We hadden veel te weinig van die heerlijke doperwtjes gezaaid en vijf courgetteplantjes blijken echt teveel courgettes op te leveren. De bietjes en wortelen zijn letterlijk verzopen in een wat lager liggend stuk. Zo zijn er nog veel meer – vaak herkenbare – eerste ervaringen van deze ex-bankier in een moestuin. Er zijn ook interessante experimenten met compostwormen of het winnen van zaden. Maar daarover meer een volgende keer.
Maarten Nijman