In het TT Café van 7 april stond onze lokale economie centraal. Ook Leo Schoonhoven, de nieuwe voorzitter van de OVC was aanwezig bij deze avond in Club Mariz. De avond werd gestart met een korte presentatie van Maarten Nijman (Transitie Castricum & OVC lid) en Arie Meijboom (Transitie Castricum en Ervaringsdeskundige Ander Geld). De techniek liet het afweten bij het starten van een kort filmpje, maar dat filmpje stond ook bij de aankondiging op de website. Al tijdens de korte presentatie kwamen er vragen vanuit het publiek.
Hoe werk het
Allereerst natuurlijk: “hoe werkt het precies?”. Waarop Arie uit eigen ervaring kon toelichten hoe de opzet van een lokale munt in Alkmaar is gestart. Hier is het initiatief opgepakt vanuit de culturele hoek, een iets andere insteek, maar het geeft een prima beeld van de werking. Inmiddels zijn daar ook grotere ondernemingen deelnemer aan de lokale munt (zoals de Ecoplaza) waardoor het initiatief echt impact begint te krijgen.
Uiteraard ontstonden ook praktische vragen, zoals “mag het eigenlijk wel, zelf geld maken?”. Maarten gaf aan dat de stichting achter deze lokale munten werkt als een onderlinge boekhouding, dit is volgens AFM en DNB toegestaan. En dat je nu lekker buiten de fiscus om kunt handelen is niet waar: de aangifte van de transacties in lokale munten gaan gewoon mee met de inkomstenbelasting en de omzetbelasting aangifte. Het is inmiddels een volwassen manier van handelen. Arie vult nog aan: “het is ook een munt waar sommige spelregels anders zijn, denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid van een rentevrij krediet.”
Waarom is het goed voor de lokale economie
Er ontstond ook een mooi gesprek over waarom lokaal geld eigenlijk goed is voor de lokale economie. Maarten en Arie lichten toe: “Het probleem met ‘gewone geld’ is dat het snel van de ene naar de andere plaats reist. Naar plekken waar arbeid goedkoper is, grondstoffen minder worden belast of waar simpelweg andere regels gelden. Ook wordt het met de komst van internet voor burgers eenvoudiger om keuzes te maken, los van de plaats waar de onderneming zich bevindt. Dezelfde burgers die het zo jammer vinden dat de lokale middenstand verdwijnt en er steeds meer gebrek is aan service in de directe omgeving. Als een lokale munt (even) niet buiten de regio kan worden uitgegeven, zal deze binnen de lokale gemeenschap gaan rouleren. Dat betekent dat lokale ondernemers meer omzet hebben.” Arie geeft hierbij het voorbeeld van Sardinië, waar met de lokale munt Sardex de ondernemers gemiddeld zo’n 15.000 euro extra omzet heeft opgeleverd. Ook in andere initiatieven worden goede resultaten gehaald, soms ook niet, dan verdwijnt een initiatief ook weer snel uit beeld.
Maarten vult aan: “het is daarbij wel goed om te weten, dat dit geen risico is voor de deelnemende ondernemers, burgers en zelfs lokale overheden. Er is een vaste 1-op-1 wisselkoers met de euro en een garantiefonds dat de lokale munt altijd omruilt in euro’s. Je bent dus niet je geld kwijt als de opzet niet slaagt.”
In het tweede deel van de avond was er wat meer discussie over mogelijkheden in onze gemeente voor lokale munten. Uiteraard draait het om vertrouwen en om te starten moeten voldoende deelnemers. Er werd ook gesproken over ideeën over mogelijke deelnemers en welke ketens er dan kunnen ontstaan.
Elkaar vertrouwen is de basis
Een andere vraag was of er wel lokale munten nodig zijn, je kunt elkaar toch vertrouwen en zo’n munt geeft juist beperking? Maarten gaf aan dat in die opmerking een grappige tegenstelling zit. En bovendien is het natuurlijk zo dat naast de lokale munt ook gewoon met euro’s betaald kan worden. We sloten de avond af met een paar voorstellen. Het idee van lokale munten gaan we vaker promoten bij ondernemers en bij de gemeente.